Instellingen
Op uw Windows Client Agent-scherm is het vierde tabblad Instellingen.
Status van grote bestandsdownloads weergeven
U ziet een voortgangsbalk wanneer u een groot bestand opent nadat u deze optie heeft ingeschakeld.
Bevestigen voor afsluiten
Na het inschakelen van deze optie, wanneer u probeert de Windows-client af te sluiten, verschijnt er een bevestigingsvenster waarin u wordt gevraagd om te bevestigen.
Schijf koppelen in globale ruimte
Een schijf die in de globale ruimte is gekoppeld, zal niet onderhevig zijn aan UAC (User Account Control) beperkingen, zoals wanneer oude applicaties moeten worden uitgevoerd met administratieve privileges en de door UAC bewaakte schijf niet kunnen zien.
Tracering inschakelen
Door deze optie in te schakelen kunt u traceringen verzamelen wanneer u een probleem ondervindt bij het gebruik van de Windows-client.
Cache-grootte
Toont de cache-grootte voor de huidige gebruiker, u kunt de cache legen door op het prullenbakpictogram aan de rechte kant te klikken.
Uitloggen
Klik op het Uitloggen-pictogram om uit te loggen uit het product.
De Windows-client afsluiten
Rechtsonder op het scherm zal het Afsluiten-pictogram de Windows-client afsluiten.